De placenta en navelstreng zorgen ervoor dat je kindje voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. Uit jouw bloed wordt de nodige energie, vitamines en mineralen gehaald, zodat je kindje goed kan groeien. Zonder placenta en navelstreng zou je kindje nooit kunnen overleven in je buik. Maar ze kunnen ook problemen veroorzaken tijdens de bevalling. Het komt zelden voor, maar we bespreken hier de meest voorkomende problemen die de navelstreng en placenta kunnen veroorzaken.
De bouw van de navelstreng en de placenta
De placenta vormt zich tijdens de zwangerschap uit de cellen van het embryo. De eerste weken heeft de eicel voldoende voedingsstoffen om te groeien, maar op een gegeven moment zijn die reserves op. De placenta nestelt zich in de baarmoederwand.
De placenta scheidt de twee bloedsomlopen van moeder en kind. Vanuit het bloed van de moeder worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed van het kind, waarna deze via de navelstreng naar de baby gaan. Via diezelfde weg worden afvalstoffen weer afgevoerd. De moeder neemt deze op en haar lichaam voert deze af. Ook hormonen en stofjes voor de afweer tegen ziektes komen via de placenta het lichaam van het kind binnen.
Problemen met de placenta
Niet loslaten van placenta na de bevalling
Als je baby er eenmaal is, heeft de placenta geen functie meer. Vaak komt de placenta na tien minuten tot een half uur na de geboorte vanzelf naar buiten. Dit noemen we de nageboorte. Soms laat die nageboorte langer op zich wachten. Een injectie met het hormoon oxytocine helpt om de nageboorte uit te stoten. Als er na een uur nog niets gebeurd is, wordt de nageboorte operatief verwijderd.
Soms kunnen er ook resten van de placenta achterblijven in je baarmoeder. Het gevolg daarvan is, dat je baarmoeder niet goed kan samentrekken. Dit kun je herkennen aan veel bloedverlies na de bevalling. Het kan gevaarlijk zijn voor jou, dus de placentaresten moeten zo snel mogelijk operatief worden verwijderd.
Vervroegd loslaten van de placenta
Na de geboorte van je baby laat de placenta los. Maar een enkele keer gebeurt dit tijdens de zwangerschap al. Dit is een levensbedreigende situatie voor jou en voor je baby. Bij 0,2% van de zwangerschappen komt dit probleem voor.
De symptomen zijn:
- Plotselinge, heftige en constante buikpijn
- Pijn op de plek van de placenta
- Een onrustige en pijnlijke baarmoeder
- Bloedverlies
Herken je deze klachten? Bel dan direct je verloskundige. Als je er snel bij bent, is de kans groter dat je kindje het overleeft. Ook wanneer de placenta gedeeltelijk is losgelaten, kan een keizersnede de baby nog redden.
Placenta voor de geboorte-uitgang (placenta previa)
Een ander probleem met de placenta en dus niet met de navelstreng heet Placenta previa. Dan ligt de placenta voor de uitgang en kan je kindje er niet uit. Normaliter groeit de placenta tijdens de zwangerschap mee omhoog, waardoor je gewoon vaginaal kunt bevallen. Bij ongeveer 0,2% van de zwangerschappen blijft de placenta voor de uitgang liggen. De verloskundige herkent dit probleem meestal doordat het hoofdje niet indaalt. Ook kan het zijn dat je tijdens de zwangerschap veel bloed verliest wanneer de placenta voor de baarmoedermond ligt. De diagnose wordt met behulp van een echo vastgesteld. Via een keizersnee kan je kindje gezond en veilig ter wereld komen.
Problemen met de navelstreng
Velamenteuze insertie
In de meeste gevallen loopt de navelstreng vanuit het midden van de placenta naar het kind. In 1-2% van de zwangerschappen loopt de navelstreng echter vanuit de zijkant van de placenta naar de baby toe. Tijdens de zwangerschap zorgt dit meestal niet voor problemen, hoewel je kindje soms een groeiachterstand op kan lopen. Tijdens de bevalling kan het echter wel voor problemen zorgen, zeker als het voorkomt in combinatie met bloedvaten die voor de baarmoedermond liggen (vasa previa).
Bloedvaten voor de uitgang (vasa previa)
Een probleem met de navelstreng en placenta is vasa previa. Hierbij liggen één of meerdere bloedvaten van de placenta of navelstreng voor de baarmoedermond, onder de baby. Omdat je baby door die uitgang naar buiten moet, ligt het bloedvat in de weg. Dit komt voor bij ongeveer 1 op de 1600 zwangerschappen.
Tijdens de geboorte kan dit ernstige bloedingen veroorzaken. De sterftekans bij deze complicatie is groot (50-95%). Er is weinig bekend over de oorzaak van dit fenomeen. Het komt vaker voor in combinatie met velamenteuze insertie.
Knoop in de navelstreng
Zeker in het begin van de zwangerschap heeft je baby nog alle ruimte om te bewegen. Er kan dan een losse knoop in de navelstreng ontstaan. Meestal staat er geen druk op deze knoop en zijn deze verder ongevaarlijk. In enkele gevallen is de knoop wel strak, waardoor de bloedvaten in de navelstreng worden afgekneld. Dan is een keizersnee onvermijdelijk. Een knoop in de navelstreng komt bij ongeveer 1 op de 300 zwangerschappen voor.
Navelstrengomstrengeling
Door het draaien en bewegen van je baby kan de navelstreng gemakkelijk om de nek heen komen te zitten. Naar schatting wordt 20-30% van de baby’s geboren met een navelstreng om de nek. In de buik kan je baby niet stikken, omdat hij nog niet ademt. Als de navelstreng niet strak om het nekje heen zit, geeft dit geen problemen. Zolang de navelstreng niet wordt dichtgedrukt, kan er namelijk nog voldoende bloed door de navelstreng naar het kind toe.
Bij een vaste omstrengeling zit de navelstreng te strak. Bij elke wee kan de navelstreng dan dichtgedrukt worden, waardoor er minder zuurstof naar je baby toe gaat. Ook dit hoeft geen problemen op te leveren, zolang de baby tussen de weeën voldoende tijd heeft om bij te komen. Tijdens de bevalling wordt dit goed in de gaten gehouden.
Uitgezakte navelstreng
Als een deel van de navelstreng onder de baby ligt, komt dit stuk als eerste in het geboortekanaal terecht. Het gewicht van de baby drukt vervolgens de navelstreng dicht, waardoor er een zuurstoftekort ontstaat. Dit is een levensbedreigende situatie, waarbij snel wordt ingegrepen. Ook deze complicatie komt bij 0,2% van de bevallingen voor.
Hoe stel je deze problemen met de navelstreng of placenta vast?
Meestal kan de locatie van de placenta en de navelstreng goed bekeken worden met een echo. Onder andere tijdens de 20-weken echo wordt hiernaar gekeken. Als de verloskundige twijfelt over de ligging van je baby, wordt er met 35 weken een liggingsecho gemaakt.
Hoe verloopt de geboorte als er problemen zijn?
Wanneer er op de echo of tijdens de bevalling problemen optreden met de navelstreng of placenta, wordt er medisch ingegrepen. Dit kan een keizersnee zijn, maar ook een andere ingreep. Dit gebeurt altijd in het ziekenhuis.

Werkzaam als fysiotherapeut in de eerstelijns praktijk. Vanuit deze expertise schrijft ze verscheidene artikelen. Maar ook is zij geïnteresseerd in en schrijft graag over andere onderwerpen gerelateerd aan het menselijk lichaam.