Kinderen krijgen tegenwoordig al op de basisschool seksuele voorlichting. Tijdens deze lessen staat er een docent voor de klas die de kinderen van alles vertelt over seksualiteit. Hoe hier vorm aan wordt gegeven is op iedere school anders. Op sommige scholen komen ook genderidentiteit, intimiteit en relaties aan bod. Deze seksuele voorlichting, hoewel de invulling ervan sterk per school verschilt, werpt zijn vruchten af. In Nederland komen minder SOA’s en onbedoelde zwangerschappen voor dan in Amerika. Uit onderzoek blijkt dat dit komt omdat seksuele voorlichting hier verder ontwikkeld is. Het is dus ontzettend belangrijk dat scholen hier aandacht aan besteden. Toch ligt het grootste deel van de verantwoordelijkheid nog steeds thuis. Dit zegt ook Marianne Cense van Rutgers, kenniscentrum seksualiteit. ‘Seksuele opvoeding is in de eerste plaats een taak van de ouders. Er zijn ouders die het lastig vinden om het over seksualiteit te hebben met hun kind.´ In dit artikel lees je alles over hoe jij als ouder kunt bijdragen aan een gezonde seksuele opvoeding van je kind.
Seksuele opvoeding: ‘De schaamte zit bij ons’
Kinderen lopen een groter risico op vervelende seksuele ervaringen als er binnen het gezin niet normaal over seksualiteit kan worden gesproken. Alle reden dus om je hier als ouders bewust van te zijn, en hier aandacht aan te besteden! Vaak hebben ouders zelf óók geen gezonde seksuele opvoeding gehad, wat het ongemak om hier met kinderen over te praten ook verklaart. De schaamte zit bij ons, niet bij hen, zegt Naomi Dessaur, specialist op het gebied van seksualiteit en veilig opgroeien. En daarmee ligt het grootste probleem binnen de seksuele opvoeding op tafel. Ouders, maar in feite alle volwassenen, creëren zelf een taboe op seksualiteit. Je kunt meewerken aan het creëren van een taboe door praten over seksualiteit zoveel mogelijk uit te weg te gaan of er op een krampachtige manier over te praten. Maar het kan ook anders. Je heb als ouders alle mogelijkheid om actief mee te werken aan een gezonde seksuele opvoeding. Een gezonde seksuele opvoeding heeft volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO allerlei positieve effecten. Zo starten jongeren op latere leeftijd met seks, hebben ze een positievere seksuele beeldvorming en hebben minder kans om ooit slachtoffer te worden van seksueel misbruik.
Uit onderzoeken over de ontwikkeling van seksualiteit blijkt dat seksuele opvoeding al heel vroeg zou moeten beginnen. Hoe kleiner het kind, hoe makkelijker hij of zij vragen stelt en hoe minder schaamte een rol speelt. Het antwoord op de vraag van vele ouders wanneer zij moeten beginnen met deze seksuele opvoeding is dan ook volgens het Rutgers instituut: zo snel mogelijk! Hoe jonger de kinderen, hoe toleranter ze zijn. Ze hebben op jonge leeftijd in de maatschappij nog niet allerlei vooroordelen gehoord over bijvoorbeeld seksuele oriëntatie. Er is geen vijfjarig kind dat het gek vindt dat twee mensen van hetzelfde geslacht samen zijn. Juist in deze levensfase is het makkelijk om dit soort dingen uit te leggen en te normaliseren.
Wat is dan een gezonde seksuele opvoeding?
Een gezonde seksuele opvoeding betekent niet dat je als ouders met een banaan en een condoom aan tafel moeten gaan zitten om uit te leggen hoe je kunt voorkomen dat je baby’s maakt. Het betekent ook niet dat je ze voor karate hoeft op te geven zodat ze zich kunnen verdedigen tegen enge mannen. Een seksuele opvoeding zit veel meer in het alledaagse. Er is geen start- en eindpunt, geen begin en einde van de les. Om je een beetje op weg te helpen hebben we een paar tips voor je op een rijtje gezet.
Wees een ´vraagbare´ ouder
Veel van de seksuele opvoeding staat of valt met de vraag of je een vraagbare ouder bent. Een vraagbare ouder is een ouder waar kinderen vragen aan durven te stellen. Onderzoek wijst uit dat jongeren het liefst met hun ouders praten over seksualiteit, zolang de ouders maar open staan voor gesprek. Beantwoord dus elke vraag, en ga er serieus op in. Ook al maakt de vraag jou ongemakkelijk, dat betekent niet dat je hén ongemakkelijk hoeft te maken. De meeste kinderen zijn super geïnteresseerd en nieuwsgierig naar het onderwerp seksualiteit. Door hun vragen weg te wuiven of ze het idee te geven dat ze een gekke vraag stellen, werk je ongewild mee aan het ontwikkelen van het taboe. Als je kind zich veilig voelt, zal hij zijn vragen durven blijven stellen. Hiermee kun je hem niet alleen veel leren, maar blijf jij ook goed op de hoogte van de onzekerheden en worstelingen van je kind. Zo zal hij of zij ook eerder bij je aankloppen in het geval van seksuele intimidatie of grensoverschrijdend gedrag!
Een vraagbare ouder is ook een ouder die de feiten kent. Als je het gevoel hebt dat je zelf (te) weinig weet over bepaalde essentiële zaken rondom seksualiteit, genderidentiteit of seksuele oriëntatie, is het geen overbodige luxe je eens in te lezen. Op deze manier kun je correcte informatie aan je kind geven wanneer hij of zij je de hemd van het lijf vraagt.
Baas over je eigen lichaam
Zeker in de laatste jaren is gebleken hoe belangrijk het is dat kinderen leren hun grenzen aan te geven. Met andere woorden: seksuele weerbaarheid. Ook dit begint al vroeg, wanneer je je kleuter uitlegt dat hij of zij zelf mag bepalen of hij of zij een kus van opa en oma wil of niet. Kiezen wanneer ze geknuffeld willen worden, nee durven zeggen, het speelt allemaal mee in de ontwikkeling van de weerbaarheid. Als je als kind al geleerd hebt open te zijn over wat je wel of niet wil, heb je daar in de puberteit veel aan. Je zult dan als puber sterker in je schoenen staan en beter je grenzen aangeven. Bovendien, als je niet weet wat normaal seksueel gedrag is, zul je grensoverschrijdend gedrag minder snel herkennen. Door van jongs af aan te leren hier open over te kunnen spreken, creëer je een sterk seksueel bewustzijn.
Noem het beestje bij de naam
Het klinkt misschien schattig, al die troetelnaampjes voor vagina’s en penissen, maar echt effectief is het niet. Probeer dit soort benamingen zoveel mogelijk te vermijden. Door heel omslachtig je woorden te kiezen, snapt een kind uiteindelijk weinig van lichaamsdelen en seksuele handelingen. Wat is het precies als mensen seks hebben? Welke geslachtsdelen worden daarvoor gebruikt? Wat is homoseksualiteit? Je kunt het allemaal zo correct mogelijk uitleggen, maar door eerlijk en direct te zijn creëer je een openheid waar je kind op latere leeftijd veel aan kan hebben.
Genderidentiteit en seksuele oriëntatie
Een belangrijk onderdeel van seksuele opvoeding is het spreken over genderidentiteit. Juist bij jonge kinderen is dit een belangrijk gespreksonderwerp en opnieuw is het heel belangrijk hier open over te praten. Als kinderen drie of vier jaar zijn gaan ze zich bezighouden met de vraag of ze een jongetje of een meisje zijn. Veel meisjes en jongens gaan vanaf dat moment steeds meer jongensachtige en meisjesachtige dingen doen. Het is belangrijk om als ouder stil te staan bij de vraag hoe jouw kind zich hierbij voelt. En daarmee jouw kind de ruimte te geven zich te uiten op de manier die hij of zij prettig vindt. Probeer in het dagelijks leven stereotyperingen zoveel mogelijk te vermijden, of oordelen over welke activiteiten, kleren of uitspraken voor jongens of voor meisjes zijn. Zo kun je voorkomen dat je kind zich aanpast alleen maar vanwege de oordelen die hij of zij hierover hoort. Als het geslacht van een kind niet hetzelfde is als hoe hij of zij zich voelt, spreek je van transgender. Kinderen voelen dit vaak al op heel jonge leeftijd. Het is dus – alweer – heel belangrijk dat jouw kind zich veilig genoeg voelt om er met jou over te praten.
Ook seksuele oriëntatie hoort bij een gezonde seksuele opvoeding. Het is van groot belang dat kinderen van jongs af aan weten dat er niet één goede manier is van liefde. Dat een kind weet dat er allerlei vormen van relaties mogelijk zijn, en dat hij of zij niet veroordeeld wordt vanwege zijn of haar geaardheid. Jouw acceptatie en openheid over dit onderwerp kan op latere leeftijd veel problemen vermijden.