Je baby is 6 maanden, hoera! Er breekt nu een andere tijd aan want je baby mag, naast borst- of kunstvoeding, nu ook andere dingen gaan eten en drinken. Je baby kennis leren maken met andere smaken en texturen is een heel leuk proces maar natuurlijk wil je weten of je baby wel voldoende en de juiste voeding binnenkrijgt. Vanaf 6 maanden bieden fabrikanten van kunstvoeding opvolgmelk aan. Maar wat is het nou precies en is het wel nodig? Over het belang van opvolgmelk bestaan verschillende opvattingen. In dit artikel worden deze opvattingen belicht zodat je voor je kindje de beste keuze kunt maken.
Wat is opvolgmelk?
Als je baby 6 maanden is en langzaam andere voeding mag proberen kun je natuurlijk niet meteen stoppen met het geven van borst- of flesvoeding. Naar gelang je baby andere dingen gaat eten kun je geleidelijk de borst- of flesvoeding afbouwen. De wereldgezondheidsorganisatie raadt aan om de eerste 6 maanden exclusief borstvoeding te geven. Na deze 6 maanden kun je je baby dus ander voedsel aan gaan bieden maar blijft borst-of kunstvoeding wel nog even de primaire voedselbron.
Opvolgmelk wordt door de fabrikanten van kunstvoeding aangeboden als opvolger van zuigelingenmelk. Zuigelingenmelk wordt aangeduid als nummer 1, opvolgmelk heeft de nummers 2 en 3. Nummer 2 is geschikt voor baby’s van 6 tot 10 maanden en nummer 3 kun je gebruiken voor baby’s vanaf 10 maanden. Opvolgmelk heeft een andere samenstelling dan zuigelingenvoeding en is geschikt voor baby’s van 6 maanden tot 1 jaar. Omdat je baby nog niet voldoende voedingsstoffen uit ander voedsel haalt zit er in opvolgmelk bijvoorbeeld meer ijzer om dit te compenseren.
Na opvolgmelk wordt peutermelk aangeboden. In principe is het niet nodig om je kind na de leeftijd van 1 jaar nog kunstvoeding te geven omdat het dan middels vaste voeding voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt voor een gezonde ontwikkeling.
Opvolgmelk of koemelk
Waarom kun je na 6 maanden je baby geen gewone koemelk of yoghurt geven? In koemelk zit teveel eiwit en te weinig ijzer om een baby volledig mee te voeden. Dit wordt daarom afgeraden omdat dit voor tekorten kan zorgen of juist een teveel aan eiwit waardoor een baby erg ziek kan worden. Wanneer je borstvoeding geeft is dit geen issue omdat borstvoeding zich aanpast aan de behoeften van je baby. Borstvoeding kan daarom dienen als primaire voedingsbron naast dat je je baby nu ander voedsel aanbiedt. Na 6 maanden kan het geen kwaad je baby af en toe een glaasje melk of schaaltje yoghurt te geven maar over het algemeen wordt het geven van koemelkproducten sterk afgeraden.
Kinderdiëtist Stefan Kleintjes raadt zelfs aan helemaal geen koemelkproducten te geven aan baby’s tot 1 jaar. In zijn boek ‘Eten voor de kleintjes’ wordt in een helder stappenplan uiteengezet hoe je je baby het best over kunt laten stappen van borst- of kunstvoeding naar vast voeding. Ter vervanging van koemelk wordt vaak geitenmelk of een plantaardige melkvariant zoals amandelmelk, rijstmelk of havermelk genoemd. Voor deze varianten geldt hetzelfde als voor koemelk, liever niet voor het eerste levensjaar van je kindje. Hierna kun je er zelf voor kiezen of je liever voor een plantaardige of dierlijke levensstijl kiest.
Is opvolgmelk nodig?
Hoewel de fabrikanten van opvolgmelk je graag doen geloven dat opvolgmelk nodig is, blijkt dit toch niet helemaal te kloppen. Je kunt de gewone zuigelingenmelk (nummer 1) nog steeds geven aan je baby, ook als deze ouder is dan 6 maanden. Omdat je baby nu snel de overstap maakt naar het eten van vast voedsel en in een tijdsbestek van ongeveer een half jaar volledig mee kan eten met de pot, krijgt het voldoende voedingsstoffen binnen. Het is natuurlijk belangrijk dat je je baby voldoende en gevarieerd eten aanbiedt om te zorgen dat hij of zij wel voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. Voor advies kun je hiervoor altijd terecht bij het consultatiebureau.
In tegenstelling tot wat aanbieders van opvolgmelk je graag doen geloven over de essentie van het drinken van opvolgmelk stellen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en Unicef dat opvolgmelk zelfs een tekort aan voedingsstoffen bevat. Kanttekening is natuurlijk dat dit alleen geldt wanneer je je baby na 6 maanden uitsluitend opvolgmelk geeft. In combinatie met vast voedsel zal je baby voldoende voedingsstoffen binnen krijgen echter volstaat gewone zuigelingenvoeding dan ook.
Conclusie
Het is best lastig om de juiste voeding voor je baby te kiezen. De ijzersterke marketing van de kunstvoedingsindustrie laat je graag geloven dat opvolgmelk de enige juiste keuze is voor baby’s vanaf 6 maanden terwijl critici juist beweren dat opvolgmelk helemaal niet goed is. Gelukkig is het niet zo zwart wit en kan het echt geen kwaad om je baby opvolgmelk te geven mits het niet de enige voedselbron is.
Het is het meest belangrijk om je baby vanaf 6 maanden gevarieerd voedsel aan te bieden. Dit kan op verschillende manieren zoals het pureren van voedsel of juist het aanbieden van voedsel waar een baby zelf op kan zuigen of bijten. Kijk vooral wat bij jou en jullie situatie past. Bewezen is dat het aanbieden van gevarieerd voedsel met verschillende smaken en texturen bevorderlijk is voor de eetgewoonten van je kind. Wanneer het kind op een jonge leeftijd kennis gemaakt heeft met verschillende smaken, zal het later waarschijnlijk makkelijker verschillende en nieuwe dingen eten.
Je zult merken dat je baby al snel in de gaten krijgt dat ander voedsel lekker en interessant is waardoor je geleidelijk de borst-of kunstvoeding af kunt bouwen. Vanaf ca. 1 jaar eten de meeste kinderen volledig met de pot mee en is het ook veilig om alles aan je kindje te geven. Tussen de 6 en 12 maanden biedt je vast voedsel gefaseerd aan, naar gelang je kindje in staat is dit voedsel op te nemen en te verteren. Op de site van het Voedingscentrum maar ook in het eerder genoemde boek van Stefan Kleintjes staat duidelijk omschreven hoe je eten op een verantwoorde manier kunt introduceren bij je baby.
Bekijk ook: voedingsschema baby
Kijktip
De Keuringsdienst van Waarde geeft een interessante inkijk in de keuken van voedselproducenten. In deze aflevering verdiepen ze zich in de wereld van kunstvoeding.
Bronnen:
Consumentenbond
VNFKDP
www.borstvoeding.com
World Health Organization